Publicaties

Bestuurdersaansprakelijkheid: onrechtmatige selectieve betaling aan een familielid één dag voor faillissement

Gepubliceerd op 6 jun. 2016

Contract op servetje
Hof Arnhem‐Leeuwarden, 26 april 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3413 ‐ Op SmartNewz sinds: 2 juni 2016 Samenvatting: Op 11 oktober 2011 wordt de vennootschap op eigen aangifte failliet verklaard. Op 10 oktober is in twee tranches een bedrag van € 37.000,‐ overgemaakt op de rekening van de moeder (familielid) van de bestuurders. De curator vordert van de bestuurders betaling van het bovengenoemde bedrag te vermeerderen met rente en kosten. Als grondslag voor de vordering voert de curator aan: (1.) onverschuldigde betaling omdat er geen vordering van moeder op de vennootschap was; (2.) onrechtmatige selectieve betaling; en (3.) Pauliana ex art. 42 jo. 43 Fw. Het Gerechtshof oordeelt: Ad. (1. en 3.) dat uitvoering is gegeven aan een overeenkomst van geldlening waarin stond dat de lening op 30 september 2011 moest worden terugbetaald zodat er geen sprake was van onverschuldigde betaling. Doordat de lening opeisbaar was kan er geen sprake zijn van een onverplichte rechtshandeling ex art. 42 Fw.; Ad .(3.) de vordering op grond van onrechtmatige selectieve betaling slechts tegen de bestuurders van de vennootschap is gericht. Het hof oordeelt voorts dat de bestuurders op het moment dat de betaling werd verricht duidelijk was dat een faillissement onafwendbaar was. Omstandigheden die daaraan bijdroegen waren: ‐ dagelijks overleg met een crisismanager van de bank; ‐ hoge schuldenlast ‐ verliesgevende resultaten 2007‐2010; ‐ ernstige liquiditeitsproblemen; ‐ afketsen van een overname; en ‐ het tekenen van de faillissementsaanvraag. Door onder die omstandigheden een schuld van een naast familielid te voldoen, waarvoor afgezien van de opeisbaarheid geen grond is aangevoerd, terwijl niet gesteld of gebleken dat de vennootschap voor haar verdere exploitatie (in bijzondere mate) van die schuldeiser afhankelijk was, terwijl vele andere schuldeiser onbetaald bleven, hebben de bestuurders jegens haar c.q. de gezamenlijke schuldeisers zodanig onrechtmatig gehandeld dat hen ter zake persoonlijk een ernstig verwijt treft. Klik hier voor de gehele publicatie van 2 juni in Wolters Kluwer SmartNewz insolventierecht Pim van de Goor ‐ Holla Advocaten  

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief