Tweede Kamer steunt wetsvoorstel Auteurscontractenrecht

Op 12 februari jl. heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht. Het wetsvoorstel heeft tot doel de contractuele positie van auteurs ten opzichte van de exploitanten van hun werken te verstevigen.

Exploitatie onder de huidige wetgeving

Auteurs zijn voor de exploitatie van hun werk vaak van grote(re) partijen – zoals uitgeverijen, meubelgiganten of ICT-bedrijven – afhankelijk.

Om de exploitatie van een werk mogelijk te maken, wordt doorgaans door de auteur door middel van een overeenkomst een zogeheten “exploitatiebevoegdheid” aan de exploitant verleend. Een exploitatiebevoegdheid omvat het – al dan niet exclusieve – recht om een werk openbaar te maken en/of te verveelvoudigen.

Een exploitatiebevoegdheid wordt overigens verleend door het auteursrecht aan de exploitant over te dragen, of door hem voor de openbaarmaking of verveelvoudiging van het werk door middel van een licentie toestemming te verlenen.

Momenteel kent de Auteurswet bijna géén bepalingen over het verlenen van een exploitatiebevoegdheid. De auteur heeft dan ook in de regel de juridisch zwakkere positie. In overeenkomsten wordt namelijk vaak een beperkte vergoeding voor de auteur overeengekomen, en in onverwachts succes van een werk delen zij doorgaans niet mee.

Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht

Het wetsvoorstel Auteurscontractenrecht voert wijzigingen door die de juridische positie van de auteur aanmerkelijk versterkt. Het wetsvoorstel heeft overigens géén betrekking op werken die in dienstverband zijn gemaakt.

Aan de Auteurswet wordt met het wetsvoorstel een nieuw hoofdstuk genaamd “exploitatiecontractenrecht” toegevoegd. Op grond van het nieuwe hoofdstuk geldt allereerst dat de auteur recht heeft op een “billijke vergoeding” voor het verlenen van een exploitatiebevoegdheid. Wat een billijke vergoeding precies is blijft onduidelijk. Denkbaar is dat met een billijke vergoeding een royalty – een percentage van de inkomsten – wordt bedoeld.

Verder bepaalt het nieuwe hoofdstuk dat de auteur recht heeft op een evenredige vergoeding in verhouding tot de opbrengst van de exploitatie. Met andere woorden, indien een werk onverwachts zeer succesvol is, moet de aanvankelijk overeengekomen billijke vergoeding worden verhoogd.

Ten slotte geeft het nieuwe hoofdstuk de auteur de bevoegdheid om een overeenkomst die strekt tot het verlenen van een exploitatiebevoegdheid geheel of gedeeltelijk te ontbinden ingeval de exploitant nalaat te exploiteren. De exploitant moet desgewenst inzage geven in de omvang van exploitatie.

Let wel, voordat het wetsvoorstel Auteurscontractenrecht in werking kan treden, moet het door de Eerste Kamer worden aangenomen.

 

Conclusie

Vooralsnog ga ik ervan uit dat de juridische positie van de auteur spoedig wordt versterkt. Ik adviseer dan ook auteurs en exploitanten om nu al bij het verlenen van een exploitatiebevoegdheid het wetsvoorstel goed in het achterhoofd te houden!