Nieuws
Tarieven warmtewet
Gepubliceerd op 13 apr. 2020
![Matchstick 20237 960 720 002](https://www.holla.nl/transforms/News/_articleHeaderVisualImage/45545/matchstick-20237_960_720-002.webp)
Warmtewet: een zoektocht naar redelijke tarieven
De Warmtewet is sinds 1 januari 2014 het kader voor de levering van warmte. De Warmtewet is daarbij onderhevig aan vele aanpassingen. De reeds veertien doorgevoerde wijzigingen getuige hiervan. Eén belangrijk onderdeel van de warmtewet is telkens onderdeel van discussie: de warmtetarifering.
Een belangrijk uitgangspunt van de warmtewet is de maximumprijs voor warmte, die is gebaseerd op de gasprijs, de gasreferentie. De gedachte achter de gasreferentie is het zogeheten ‘niet meer dan anders’-beginsel (“NMDA”). Een kleinverbruiker, zoals een consument, zou niet meer moeten betalen voor de levering van warmte dan wanneer hij door middel van gas zou voorzien in zijn warmtebehoefte.[1] Dit is enerzijds ter bescherming van die kleinverbruiker, die veelal afhankelijk is van één warmteleverancier, en anderzijds zodat de overstap naar duurzame warmtelevering ook economisch haalbaar is.
De maximumprijs voor warmte op basis van de gasreferentie staat echter onder druk. Minister Wiebes is al langere tijd op zoek naar een alternatief voor de tariefregulering in de Warmtewet, omdat volgens hem de huidige tariefsystematiek op de lange termijn niet houdbaar is. De gasreferentie houdt steeds minder verband met de onderliggende kosten voor de levering van warmte naarmate andere duurzame energiebronnen het reguliere gas zullen vervangen.[2] Geen onlogische redenering kijkend naar alle nieuwe duurzame manieren voor het verwarmen van een woning, zoals waterstof, geothermie en aquathermie. Warmtebronnen die weinig tot geen relatie hebben tot de kosten voor levering van regulier gas. De vraag is echter hoe een redelijke prijs voor warmte dan wél moet worden berekend.
Onderzoeken naar alternatieven
De minister heeft voor de nieuwe tariefsystematiek een aantal onderzoeken laten verrichten. Uit het advies van Oxera volgen drie opties voor een geschikt alternatief voor de gasreferentie[3]:
- een kostengebaseerde nationale referentieprijs die periodiek wordt gecorrigeerd;
- maatstafregulering op basis van een benchmark. Maximumtarieven worden voor vergelijkbare warmtesystemen gebaseerd op basis van een analyse van de werkelijke kosten voor die categorie warmtesystemen;
- netwerkspecifieke regulering. Deze vormt een verdere detaillering van optie 2. Hierbij worden maximumprijzen vastgesteld op basis van maatstafconcurrentie.
- kosten gebaseerde rendementsregulering.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.