Nieuws

Sociale veiligheid: werkneemster gemeente ontslagen wegens creëren onveilige werksfeer

Gepubliceerd op 2 aug. 2024

I Stock 1389632828

Sociale veiligheid is een onderwerp dat op iedere werkvloer speelt, zo ook bij de overheid. Uit de in maart 2023 verschenen notitie ‘Sociale veiligheid in het openbaar bestuur: kun je dat maken’? volgt dat sociale veiligheid op de werkvloer een essentieel onderdeel is van een overheid die werkt voor de samenleving en een cruciale voorwaarde is voor het functioneren van de overheid: “medewerkers die hun werkomgeving als veilig ervaren geven aan dat hun team of organisatie ook beter presteert, de maatschappelijke meerwaarde meer centraal stelt in het werk en beter in staat is om te leren.”

De afgelopen jaren wordt binnen de overheid steeds meer aandacht besteed aan sociale veiligheid. Tegen werknemers die een onveilige werkomgeving creëren dient de overheid als goed werkgeefster op te treden. Dat deed de gemeente Rotterdam in een zaak die in april dit jaar aan de rechtbank Rotterdam voorlag. Wat was er aan de hand?

In deze zaak ging het om een werkneemster die vanaf 1 juni 2017 in dienst was bij de gemeente Rotterdam (hierna: de gemeente). Werkneemster was werkzaam als leidinggevende van het team HRO. Op 29 november 2022 heeft er een personeelsgesprek plaatsgevonden waarin werkneemster door het afdelingshoofd (de leidinggevende van werkneemster) is aangesproken op haar handelen en (niet effectieve) wijze van communiceren. Daarbij is ook ter sprake gekomen dat een aantal collega’s zich in gesprekken met werkneemster onveilig hebben gevoeld. Op 21 februari 2023 heeft het afdelingshoofd opnieuw aan werkneemster laten weten dat de communicatie van werkneemster en haar handelen richting collega’s, de organisatie en het afdelingshoofd zelf niet is verbeterd en dat het tijd was dat werkneemster naar een andere werkplek moest gaan uitkijken.

Melding onveilige werksfeer

De vertrouwenspersoon van de gemeente heeft op 29 maart 2023 gemeld dat er (op dat moment) zes werknemers uit het team van werkneemster zich bij haar hebben gemeld met meldingen over een onveilige werksfeer en angstcultuur. Nadat nog drie werknemers zich hebben gemeld heeft de gemeente werkneemster op 11 april 2023 geschorst. In totaal hebben veertien werknemers een melding gedaan over de houding en het gedrag van werkneemster.

De gemeente heeft zich op het standpunt gesteld dat werkneemster niet meer kan terugkeren in haar functie en heeft werkneemster op drie mogelijk passende vacatures binnen de gemeente gewezen. Daarnaast is werkneemster ook gewezen op een outplacementtraject of mobiliteitsdienstverband (tijdelijke opdracht). Hier is werkneemster niet akkoord mee gegaan omdat zij zich niet kan vinden in de voorwaarde van plaatsing in een niet-leidinggevende functie. Ook over de voorwaarden van een outplacementtraject hebben partijen geen overeenstemming bereikt.

‘Ongekend onrecht en onmenselijke maat’

Werkneemster heeft daarna op 6 oktober 2023 een e-mailbericht verzonden naar de gemeentesecretaris en de concerndirecteur, met als onderwerp “ongekend onrecht en onmenselijke maat”. In deze e-mail spreekt de werkneemster over intimidatie vanuit de directie HRO en hardnekkige angst- en pestpatronen binnen HRO.

Op 3 december 2023 heeft werkneemster wederom een e-mail gestuurd, aan de gemeentesecretaris en de wethouder, waarin werkneemster aangeeft dat de HRO directieleden niet integer, onrechtvaardig en onmenselijk met HR medewerkers omgaan en dat sprake is van pesterijen en intimidatie. Werkneemster heeft daarbij aangegeven dat door het afdelingshoofd fraude is gepleegd.

De gemeente verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden (primair) vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter overweegt dat een voldoende consistent beeld is ontstaan dat partijen in ieder geval vanaf maart 2023 tegenover elkaar zijn komen te staan en dat niet kan worden ingezien hoe zij nog tot een (noodzakelijke) goede samenwerking kunnen komen. Uit de samenvatting van de verklaringen van collega’s volgt een beeld van een leidinggevende die een onveilige werkomgeving heeft gecreëerd als gevolg waarvan zowel de verhoudingen als de individuele medewerkers beschadigd zijn geraakt. De gemeente moest als goed werkgeefster de signalen onderzoeken en daarop acteren. De verklaringen worden door werkneemster in deze procedure ook niet zozeer ontkend, maar zij heeft daarbij wel een andere beleving.

Voor een goede voortzetting van de arbeidsrelatie is het noodzakelijk dat werkneemster in voldoende mate het vertrouwen van zowel haar team als de directie heeft, dat zij met haar collega’s in voldoende mate kan samenwerken en dat er wederzijds vertrouwen is. De kantonrechter oordeelt dat uit het standpunt van de gemeente duidelijk blijkt dat er wat haar betreft geen enkel draagvlak meer is voor een samenwerking en continuering van het dienstverband van werkneemster. De door werkneemster overgelegde (positieve) verklaringen van collega’s leggen onvoldoende gewicht in de schaal, te meer omdat haar nu juist wordt verweten dat zij ´verdeel en heers’ speelt.

Vertrouwensbreuk

De gemeente heeft zich volgens de kantonrechter voldoende ingespannen om de verstoorde arbeidsrelatie te herstellen en geprobeerd om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Dit was tevergeefs. Gelet op de kritiek op het functioneren van werkneemster - en dan met name haar wijze van communicatie waarop zij eerder is aangesproken - is het volgens de kantonrechter begrijpelijk dat de gemeente niet meer wilde inzetten op verbetering van het functioneren of op het herstel van vertrouwen. Tijdens de mondelinge behandeling zou ook meer dan duidelijk zijn geworden dat er een ernstige vertrouwensbreuk is ontstaan tussen partijen. Tot slot overweegt de kantonrechter dat illustratief voor het gebrek aan vertrouwen het feit is dat werkneemster e-mails heeft gestuurd aan de gemeentesecretaris en de wethouder met het verzoek om in te grijpen bij HRO, specifiek ten aanzien van het afdelingshoofd, terwijl de gedane aantijgingen vooralsnog niet vast zijn komen te staan. Ook uit het feit dat werkneemster al geruime tijd is vrijgesteld van haar werkzaamheden blijkt dat tussen partijen een impasse is ontstaan, zonder uitzicht op enige verbetering.

Conclusie

De kantonrechter komt tot de conclusie dat er sprake is van een voldragen ontslaggrond (de verstoorde arbeidsrelatie). Gelet op de ernstige en duurzame verstoring in de arbeidsrelatie ligt herplaatsing niet voor de hand en wordt in dat kader ook niet van de gemeente verwacht. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden.

Veiligheid op de werkvloer is voor een ieder die werknemers in dienst heeft van belang, zo ook voor de overheid. Hier heeft de overheidswerkgever als goed werkgeefster een belangrijke rol in. Heeft u als overheidswerkgever vragen over dit onderwerp of andere onderwerpen op arbeidsrechtelijk vlak, neem dan gerust contact op met Joost Schunselaar of Vivian Klaassen, onze arbeidsrechtspecialisten in de publieke sector.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief