Nieuws
Mededinging in de zorg
Gepubliceerd op 24 jul. 2018
Mededinging in de zorg: ACM stelt dat vergunning nodig is voor fusie van zorgaanbieders
NL Healthcare Clinics, met 18 vestigingen in Nederland, en Bergman Clinics, met 25 vestigingen in Nederland, wensen te fuseren en leggen hun fusieplannen ter beoordeling aan de Autoriteit Consument & Markt (ACM) voor. De ACM komt, na het eerste onderzoek, tot de voorlopige conclusie dat er een machtspositie kan worden gecreëerd althans kan worden versterkt door de fusie en stelt dan ook, dat een vervolgonderzoek nodig is als de partijen een vergunning aanvragen. Uit dat vervolgonderzoek moet dan blijken of de ACM de concentratie al dan niet toestaat.
In de navolgende alinea zal kort worden ingegaan op de bijzonderheden van de voorgenomen fusie en zullen de bezwaren van de ACM worden gemeld. Daarna wordt afgesloten met een conclusie.
De aangemelde fusie en de bezwaren van de ACM
NL Healthcare Clinics en Bergman Clinics drijven zogenaamde zelfstandige behandelcentra, alwaar minder complexe en planbare medisch specialistische zorg wordt verleend. Het gaat met name om huidzorg, oogzorg en orthopedische zorg. Beide fusiepartners blijken landelijk het grootste marktaandeel te hebben als zelfstandige behandelcentra; met name voor wat betreft de oogzorg en de orthopedische zorg vormen zij ongeveer de helft van het totale aanbod van de zelfstandige behandelcentra in Nederland. De ACM heeft vooral oor naar vijf zorgverzekeraars, die stellen dat zij, indien de fusie doorgaat, onvoldoende mogelijkheden hebben om deze fusiepartners toch te disciplineren. Er is onvoldoende restconcurrentie over en er zou een machtspositie ontstaan. Dat zou dan de weerslag kunnen hebben op de tarieven, die omhoog gaan, waardoor ook de premies voor de zorgverzekerden omhoog gaan. Voor de verzekerden is het essentieel om in de zorgpolis een keuze te kunnen behouden voor een behandeling bij een zelfstandig behandelcentrum. De ziekenhuizen, die door NL Healthcare Clinics en Bergman Clinics als concurrenten worden getypeerd, vormen kennelijk géén alternatief voor de verzekerden. De ACM is gevoelig voor de argumenten van de zorgverzekeraars en stelt dan ook dat nader onderzoek noodzakelijk is, zodat het vervolgonderzoek dient te worden gestart als de partijen de fusieplannen wensen te handhaven. Zij moeten dan een vergunning aanvragen, die door de ACM zal worden verleend indien de ACM van oordeel is dat door de beoogde fusie een machtspositie kan worden versterkt dan wel gecreëerd.
Conclusie
Op grond van het voorlopig oordeel van de ACM moet worden geconcludeerd, dat de markt voor de zelfstandige behandelcentra inzake het verrichten van huidzorg, oogzorg en orthopedische zorg los moet worden gezien van de ziekenhuiszorg die op deze gebieden wordt verleend. De bestaande ziekenhuiszorg vormt géén alternatief. Daardoor zal er eerder sprake zijn van een machtspositie, omdat er minder concurrentie is. De ACM is gevoelig voor de argumenten van de zorgverzekeraars, dat door de fusie de tarieven worden verhoogd en dientengevolge de premies voor de verzekerden, waarbij de zorgverzekeraars onvoldoende uitwijkmogelijkheden hebben naar andere zelfstandige behandelcentra, gelet op het hoge marktaandeel van de fusiepartners. De ACM zal in het vergunningentraject uitmaken of de vrees, dat door de fusie de mededinging op significante wijze binnen een deel van de Nederlandse markt of heel Nederland wordt beperkt, terecht is.
Bij vragen op het gebied van Mededingingsrecht in de zorg kunt u zich wenden tot Ferry Weelen.
Dit artikel is geschreven door Ferry Weelen (advocaat ondernemingsrecht en partner bij Holla Advocaten).
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.