Nieuws

Kwartaalupdate franchise 2024 (2/4)

Gepubliceerd op 30 jul. 2024

I Stock 1297013069 1

Deze update omvat een selectie van uitspraken op het gebied van franchise die in het tweede kwartaal van 2024 op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Elke uitspraak is voorzien van een korte toelichting met tips en lessen voor de praktijk en een link naar de volledige uitspraak.

Situatie

Studio Miran (exploitant van een sportschool) spreekt op 20 januari 2022 met Gohealth, die een franchiseformule voor sportscholen exploiteert. Op 25 januari 2022 sluiten partijen een franchiseovereenkomst. Vervolgens betaalt Studio Miran aan Gohealth een entreefee, een eenmalige vergoeding voor ledenfaciliteiten en maandelijks de franchisefee.

Nadat GHCF (een dochteronderneming van Gohealth) de sportschool van Studio Miran op 1 juni 2023 over heeft genomen, laat Studio Miran op 19 juli 2023 weten dat zij de franchiseovereenkomst vernietigt wegens het niet in acht nemen van de stand-still periode.

Uitspraak rechtbank Rotterdam

De rechtbank oordeelt dat de standstill-periode (inderdaad) niet in acht is genomen, aangezien partijen ruimschoots binnen de termijn van vier weken, nadat zij met elkaar in contact waren gekomen, een franchiseovereenkomst hebben gesloten.

Doordat de overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd op 19 juli 2023, heeft Studio Miran in beginsel recht op terugbetaling van de entreefee, vergoeding voor ledenfaciliteiten en de franchisefee. Gohealth heeft echter recht op een vergoeding van door haar verrichte prestaties. Het beroep van Gohealth op verrekening van een waardevergoeding met de terugbetaling van de entreefee en franchisefee slaagt.

Verder oordeelt de rechtbank dat Gohealth onrechtmatig heeft gehandeld richting Studio Miran en verwijst de zaak naar een schadestaatprocedure voor de bepaling van de schade.

Lessen voor de praktijk

  • Ten eerste: een open deur, maar toch gaat het nog vaak mis: neem de standstill-periode in acht, zodat de franchiseovereenkomst niet vernietigd kan worden op grond van een schending daarvan.
  • Ten tweede: de vernietiging van een franchiseovereenkomst heeft niet altijd tot gevolg dat alle betaalde bedragen volledig terugbetaald moeten worden. De franchisegever heeft immers ook recht op een vergoeding van de door haar verrichte prestaties en kan een beroep doen op verrekening van deze vergoeding met de bedragen die de franchisegever terug dient te betalen. Het is van belang om als franchisegever te onderbouwen welke prestaties zijn verricht en welke vergoeding daarvoor redelijk is.

Lees de gehele uitspraak hier.

Wat speelde er?

Makelaarsgilde is een franchisenemer van RE/MAX Nederland. Makelaarsgilde mag zelf ook makelaars aanstellen volgens de voorwaarden en richtlijnen van RE/MAX als een soort ‘subfranchisenemers’ (hierna aangeduid als ‘franchisenemer’). Een van de franchisenemers wil de overeenkomst met Makelaarsgilde opzeggen. Het is echter onduidelijk of er al formeel is opgezegd of niet. Voor de franchisenemer was er slechts sprake van besprekingen over een mogelijke beëindiging. Volgens Makelaarsgilde is er wel opgezegd. Makelaarsgilde stuurt geen leads meer door aan de franchisenemer en bevestigt evenmin dat het concurrentiebeding van 2 jaar niet geldt. Om zekerheid te verkrijgen, start de franchisenemer een procedure.

Oordeel

De rechter oordeelde dat de franchisenemer een franchisenemer is van Makelaarsgilde, ondanks het feit dat de overeenkomst “agentenovereenkomst” heette en er in de overeenkomst stond dat het ging om een overeenkomst “sui generis” (een ‘opzichzelfstaande’ overeenkomst, dus niet een bepaald type overeenkomst). De rechter vond vooral belangrijk dat er een franchiseformule was die de relatie kenmerkte. Ook alle overige kenmerken van franchise waren aanwezig. Daarom is de franchisewet van toepassing.

Het concurrentiebeding van 2 jaar voldoet niet aan de eisen uit de franchisewet (namelijk o.a. maximaal één jaar en beperkt tot het geografische gebied waar de franchisenemer actief was). Daarom is het nietig en staat het de franchisenemer vrij om het makelaarskantoor onder eigen (of een andere naam) voort te zetten na beëindiging van de huidige samenwerking. De overeenkomst was op dat moment overigens nog niet opgezegd. Volgens de rechter was het bij overleg over een mogelijk einde gebleven. Daarom moest de franchisenemer de leads blijven doorsturen tot het daadwerkelijke beëindigen van de overeenkomst.

Lessen voor de praktijk

  1. De benaming van de overeenkomst als “sui generis” (een ‘opzichzelfstaande’ overeenkomst, dus niet een bepaald type overeenkomst), heeft geen juridisch effect. Als de rechter vindt dat aan de wettelijke vereisten van een franchiseovereenkomst is voldaan, is de overeenkomst een franchiseovereenkomst. Dit geldt uiteraard ook voor andere soorten overeenkomsten waar de wet vereisten aan stelt, zoals arbeidsovereenkomsten, agentuurovereenkomsten of koopovereenkomsten.
  2. Zorg dat bij opzegging duidelijk is wanneer sprake is van een formele beëindiging en communiceer dit schriftelijk naar alle betrokken partijen.
  3. Houd rekening met de wettelijke beperkingen van concurrentiebedingen bij franchiseovereenkomsten. Zorg ervoor dat deze niet langer dan één jaar duren en beperkt blijven tot het geografische gebied waar de franchisenemer actief was.
  4. Bespreek en documenteer alle belangrijke stappen en besluiten in het proces van beëindiging van een franchiseovereenkomst om misverstanden te voorkomen.

Lees de gehele uitspraak hier.

100%Football Retail b.v., franchisegever, besluit in 2019 om over te gaan naar de formule 11teamsports. Na een jaar van overleg met franchisenemers stelt zij in 2020 een ultimatum aan haar franchisenemers: de nieuwe franchiseovereenkomst - inhoudende een overgang naar een andere formule - moet binnen één dag ondertekend worden. Als dit niet zou gebeuren, dan zou dit consequenties hebben, onder meer bestaande uit het wegvallen van kortingen bij de inkoop van artikelen. Een franchisenemer is hier niet toe bereid en besluit om de franchiseovereenkomst op te zeggen. Nog voor het verstrijken van de looptijd gaat de betreffende franchisenemer al verder onder de vlag van een andere, concurrerende formule, Voetbalshop.

Franchisegever maakt bezwaar en verwijt franchisenemer onder meer de schending van het non-concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding. Het arrest is op twee punten interessant:

1. de uitleg van het non-concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding

2. het slagen van het beroep van franchisenemer op matiging van de boetes vanwege de handelwijze van de franchisegever

Uitleg concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding

De franchiseovereenkomst bevat een concurrentiebeding op grond waarvan het franchisenemer - kort samengevat - niet was toegestaan om gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst betrokken te zijn bij, of werkzaam te zijn voor, een onderneming die een soortgelijk systeem exploiteert dan wel gelijksoortige activiteiten verricht als Franchisegever.

Tussen partijen ontstaat discussie over de betekenis van het woord ‘gelijksoortig’. De franchisenemer meent dat het verbod enkel ziet op een franchisesysteem gelijksoortig aan franchisegever. Franchisegever stelt dat het ruimer moet worden opgevat.

Bij de uitleg van het beding stel het hof voorop dat moet worden gekeken naar de tekst en de bedoeling van partijen. Daarbij is relevant dat franchisegever het beding heeft opgesteld, franchisenemer juridisch niet is bijgestaan en dat niet is onderhandeld over het beding. Het hof lijkt hiermee te bedoelen dat daarom minder ruimte is voor uitleg aan de hand van de (wederzijdse) bedoelingen van partijen. Op basis van de tekst, stelt het hof vervolgens vast dat het beding niet is beperkt tot een franchisesysteem; gelijksoortigheid is voldoende. Daarvan is sprake: franchisenemer hoefde slechts de naam op de gevel aan hoefde te passen om daarmee het beeld te wekken onderdeel te zijn van Voetbalshop.

Voorts komt het hof toe aan de uitleg van het geheimhoudingsbeding. Wat speelde er? Franchisenemer had informatie over de inkoopprijzen en kortingen van leveranciers van franchisegever gedeeld met Voetbalshop. Een schending van het geheimhoudingsbeding aldus franchisegever. Deze informatie was echter afkomstig van de leverancier en niet van franchisegever. Dit maakt volgt het hof niet uit: "als er iets in de franchiseovereenkomst vertrouwelijk is, dan zijn het wel de inkoopprijzen en kortingen voor de franchisenemers". De tekst van de geheimhoudingsbepaling bood in dit geval ook de ruimte voor deze conclusie.

Matiging boetes

Op de schending van voornoemde bedingen waren boetes gesteld die inmiddels fors waren opgelopen. Het hof meent dat er, ondanks waarschuwingen door franchisegever, reden was tot matiging hiervan in het licht van omstandigheden, zoals de context waarin de gedragingen van de franchisenemer plaatsvonden alsook de handelwijze van de franchisegever. Voorts acht het hof van belang dat de boete niet was gekoppeld aan een specifieke verplichting of verbod. Er was sprake van een zogenaamde ‘eenheidsboete’.

Het hof haakt vervolgens in op de specifieke omstandigheden die relevant zijn: zo is de franchisenemer onder druk gezet om ofwel tegen haar zin in te kiezen voor een overgang naar 11teamsports of de sancties gedurende de resterende looptijd te accepteren. Tegelijkertijd zag de franchisenemer, die voor haar broodwinning afhankelijk was van de winkel, zich geconfronteerd met de (gevolgen van de) lockdown. Het hof billijkt daarmee enigszins de keuze van franchisenemers om de winkel al gedurende de resterende termijn om te bouwen. Het hof concludeert dat "op weg naar de door Football Retail geforceerde uitgang van de Franchiseovereenkomst de overtredingen van de franchisenemer minder zwaar wegen". De franchisenemer komt daarmee enigszins met de schrik weg.

Lessen voor de praktijk:

  • Het formuleren van afspraken omtrent non-concurrentie en geheimhouding vergt maatwerk. Doorgaans wordt een ruime scope beoogd. Niettemin dient de verplichting voldoende duidelijk en bepaalbaar te zijn om afgedwongen te kunnen worden. Een franchisenemer moet weten waar zij aan toe is;
  • Beperk een geheimhoudingsbeding niet tot informatie die is verstrekt door de franchisegever. Vertrouwelijke informatie kan immers op diverse manieren worden verkregen;
  • Neem een specifieke boetebepaling op, gekoppeld aan een verplichting. Een specifieke boetebepaling verkleint het risico op matiging.

Lees de gehele uitspraak hier.

Indien een overeenkomst met succes wordt vernietigd, wordt deze geacht nooit te hebben bestaan. Partijen zijn dan - logischerwijs - niet gehouden tot het nakomen van enige verplichting.

Een franchiseovereenkomst is vernietigbaar indien een partij heeft gedwaald bij de totstandkoming en deze dwaling aan de andere partij te wijten is. Met de invoering van de waet franchise geldt een aanvullende grond: een franchisegever dient namelijk de, in de wet voorschreven, informatie 4 weken voor het aangaan van de franchiseovereenkomst aan de franchisenemer te verstrekken. Daarnaast dient een standstill periode van 4 weken in acht te worden genomen. Indien hier ‘iets mis gaat’, dan kan de franchiseovereenkomst later vernietigd worden.

De zaak ‘Freshly Chopped’

Het voorgaande speelde in een geschil tussen de (master)franchisegever van de formule ‘Freshly Chopped’ en een franchisenemer. De franchisenemer was aangesteld als (franchise)partner om binnen 5 jaar 30 aantal vestigingen te (doen) openen in Nederland. De afspraken hiervoor waren vastgelegd in een overkoepelende raamovereenkomst. Ter uitvoering hiervan werden franchiseovereenkomsten en een koopovereenkomst gesloten met de daarvoor aangestelde partij (hierna samen ‘franchisenemer’). Voorafgaand aan de samenwerking heeft franchisegever diverse (omzet)gegevens verstrekt.

Na opening van de locaties bleken de omzetten drastisch tegen te vallen en werd franchisenemer duidelijk dat de verstrekte omzetgegevens en winstpercentages betrekking hadden op de Ierse markt (in plaasts van de Nederlandse) én dat eigen company stores in Leiden en Rotterdam verlieslatend waren.

Tussen partijen ontstaat discussie. De franchisenemer wordt daarop in kort geding aangesproken tot nakoming. Franchisenemer verweert zich onder andere door een beroep op de vernietigbaarheid van de overeenkomsten.

De franchisegever verweert zich onder meer door te stellen dat uit de informatie duidelijk bleek dat de franchisenemer nog een eigen onderzoek moest doen, dat de gegevens betrekking hadden op de Ierse markt en dat franchisenemer een ervaren franchisenemer was.

Oordeel rechter

De rechter in kort geding, die slechts een voorlopig oordeel kan geven, dient in dit geval een inschatting te maken van de kans van slagen van het beroep op vernietiging in een latere bodemprocedure.

De rechter stelt eerst vast dat sprake is van meerdere, met elkaar samenhangende, overeenkomsten die kwalificeren als franchise. Als gevolg hiervan is de wet franchise van toepassing. Naar het voorlopige oordeel van de rechter is er een grote kans dat het beroep op vernietiging slaagt: wegens schending van de informatieverplichting (wet franchise) dan wel op grond van dwaling.

Zo bleek, aldus de rechter, uit de verstrekte informatie totaal niet dat dat het ging om informatie over de Ierse markt (in plaats van de Nederlandse). Franchisegever heeft daarbij wezenlijke informatie achter gehouden omtrent de omzetten van de reeds bestaande company stores in Nederland. Deze informatie had zij wél moeten vertrekken. Deze mededelingsplicht gaat voor op de onderzoeksplicht. Het is daarbij zeer aannemelijk dat door het verstrekken van onjuiste informatie bij franchisenemer een verkeerde voorstelling is ontstaan. Dit rechtvaardigt een beroep op vernietiging.

Hieraan doet niet af dat de vernietiging van de overeenkomst contractueel was uitgesloten. In een situatie waarin onjuiste of onvolledige informatie wordt verschaft, is een beroep op de uitsluiting van de vernietiging naar het oordeel van de rechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De vordering van franchisegever tot nakoming van de raamovereenkomst wordt afgewezen. Dit lot treft ook de overige (franchise)overeenkomsten, die vanwege hun samenhang, niet los van elkaar kunnen worden gezien.

Lessen en tips voor de praktijk:

  • Zorg er als franchisegever voor dat informatie tijdig en volledig wordt verstrekt ter voorkoming van een latere vernietiging van de franchiseovereenkomst.
  • Een franchisegever is wettelijk verplicht om financiële gegevens met betrekking tot de beoogde locatie te verstrekken. Een franchisegever dient zich er bewust van te zijn dat zij inzichtelijk maakt dat en waarom een bepaalde onderneming vergelijkbaar wordt geacht of waarom er geen vergelijkbare onderneming aan te wijzen is. Dit vergt dus maatwerk!

Lees de gehele uitspraak hier.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief