Nieuws

Game, set, match: een commercieel belang kan wel een gerechtvaardigd belang zijn

Gepubliceerd op 16 okt. 2024

Onze mensen

Marketing holla 60273 A vibrant tennis match taking place on an 678bf3a1 5255 46da 91ae 3316f210da13

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘het Hof’) heeft op 4 oktober 2024 eindelijk uitspraak gedaan in de langverwachte zaak tussen de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond (‘KNLTB’) en de Autoriteit Persoonsgegevens (‘AP’). Het Hof bepaalt kort gezegd dat een zuiver commercieel belang ook kan gelden als een gerechtvaardigd belang. Daarmee komt een eind aan het eerdere standpunt van de AP dat een zuiver commercieel belang hiervoor niet in aanmerking komt.

Boetebesluit KNLTB

In 2019 heeft de AP de KNLTB een boete opgelegd ter hoogte van € 525.000 voor het verstrekken van persoonsgegevens van zijn leden aan twee sponsoren. Een daarvan was de Nederlandse Loterij Organisatie, de grootste aanbieder van kans- en casinospelen in Nederland. Het ging hierbij niet alleen om namen, adressen en woonplaatsen van de leden, maar ook om geboortedata, telefoonnummers en e-mailadressen. Voor het verstrekken van deze persoonsgegevens ontving de KNLTB een vergoeding. De KNLTB, als sportbond met een omvangrijk ledenbestand, stelde dat het verkopen van de gegevens gerechtvaardigd was. Hiermee konden ze de leden voordelen (zoals kortingen) bieden, en zo tennis toegankelijk en betaalbaar houden. De AP was echter van mening dat de KNLTB geen rechtvaardigingsgrond onder de AVG had voor het verkopen van deze persoonsgegevens aan de twee sponsoren.

De KNLTB heeft tegen het boetebesluit beroep ingesteld bij de rechtbank Amsterdam. Hierbij beroept de KNLTB zich op het gerechtvaardigd belang van rechtvaardigingsgrond voor het verstrekken van de persoonsgegevens. Dit belang ligt volgens de KNLTB in het versterken van de band met leden en het bieden van kortingen en aanbiedingen, zodat tennis betaalbaar blijft. De AP stelt echter dat alleen door de wet beschermde belangen onder het ‘gerechtvaardigd belang’ vallen. De KNLTB meent dat het belang niet wettelijk verankerd hoeft te zijn, zolang het belang maar niet in strijd is met de wet. De rechtbank Amsterdam heeft naar aanleiding van deze discussie een drietal vragen aan het Hof gesteld.

Een tiebreak?

Het Hof doorloopt de drie bekende voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een succesvol beroep te kunnen doen op het gerechtvaardigd belang als rechtvaardigingsgrond. Hoewel deze toets uiteindelijk door de verwijzende rechter moet worden toegepast, kan het Hof al een nadere inkleding van de drie voorwaarden te geven en dit heeft het Hof ook gedaan.

  1. Het belang moet gerechtvaardigd zijn. Ten eerste benadrukt het Hof dat bij gebrek aan een definitie van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’ in de AVG, een breed scala aan belangen in beginsel als gerechtvaardigd kan worden beschouwd. Het belang is daarbij ruimer dan een “tot de wet behorend, wet zijnd, in een wet vastgelegd” belang, mits het belang rechtmatig is. Het is dan ook niet uitgesloten dat een commercieel belang, bestaande in de promotie en verkoop van advertentieruimte voor marketingdoeleinden, kan worden aangemerkt als een gerechtvaardigd belang. Het commercieel belang van de KNLTB kan aldus een gerechtvaardigd belang zijn, voor zover het niet in strijd is met de wet. Dit wijkt af van het standpunt dat de AP jarenlang heeft ingenomen in onder meer het boetebesluit en haar normuitleg over het gerechtvaardigd belang.
  2. De verwerking is noodzakelijk. Ten tweede moet de gegevensverwerking noodzakelijk zijn om het gerechtvaardigd belang te bereiken. Er mogen geen alternatieven zijn die minder ingrijpen op de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokken leden. Het Hof stelt vraagtekens bij deze noodzaak en wijst erop dat er mogelijk minder ingrijpende alternatieven waren. Het Hof benadrukt dat wanneer een sportbond tegen betaling persoonsgegevens van zijn leden wil verstrekken aan derden, het voor die bond mogelijk is om zijn leden daarvan in ieder geval vooraf in kennis te stellen en hun te vragen of zij wensen dat hun persoonsgegevens worden doorgegeven met het oog op reclame of marketing. Het Hof lijkt dan ook te suggereren dat toch toestemming had moeten worden gevraagd; een zogenoemde opt-in. Volgens het Hof zou deze oplossing de leden in staat stellen om de controle over hun persoonsgegevens te behouden en om de beschikbaarstelling van hun gegevens te beperken tot wat strikt noodzakelijk is. Hoewel het Hof aldus enerzijds lijkt te suggereren dat toestemming had moeten worden gevraagd aan de leden, geeft het Hof anderzijds aan dat een dergelijke procedure de KNLTB in staat zou stellen het gerechtvaardigde belang doeltreffend na te streven. Mogelijk doelt het Hof dan toch niet op toestemming als grondslag, maar moet in ieder geval wel de mogelijkheid van bezwaar – een zogenoemde opt-out – worden aangeboden aan de leden als het gaat om een verwerking op basis van het gerechtvaardigd belang.
  3. Een belangenafweging. Tot slot mogen de belangen van de leden niet zwaarder wegen dan het gerechtvaardigde belang van in dit geval de KNLTB. Het Hof hecht hierbij met name belang aan de vraag of de leden op het moment dat zij lid wilden worden van een tennisvereniging redelijkerwijs konden verwachten dat hun gegevens tegen betaling aan derden zouden worden verstrekt voor reclame- en marketingdoeleinden. Bovendien moet volgens het Hof rekening worden gehouden met de omstandigheid dat de gegevens werden verstrekt aan een aanbieder van kansspelen en casinospelen. Deze reclame- en marketingactiviteiten zijn weliswaar rechtmatig, maar staan niet in een relevante en passende verhouding tot de leden en de KNLTB. Daarnaast kan het nadelige gevolgen hebben voor de leden nu zij kunnen worden blootgesteld aan de ontwikkeling van een gokverslaving.

Game, set, match?

Het Hof heeft geoordeeld dat een commercieel belang een gerechtvaardigd belang kan zijn. Toch moet de rechtbank Amsterdam nu gaan bepalen of deze verwerking door de KNLTB ook daadwerkelijk strikt noodzakelijk was en of de belangen van de leden niet alsnog zwaarder zouden wegen. Of een belang een gerechtvaardigd belang is, vereist ook nog steeds een beoordeling van geval tot geval. Het standpunt van de AP dat een zuiver commercieel belang nooit een gerechtvaardigd belang kan zijn, zal in ieder geval geen standhouden. Toeval of niet, maar de European Data Protection Board heeft een paar dagen na de uitspraak van het Hof de nieuwe richtsnoeren ten aanzien van het gerechtvaardigd belang gepubliceerd ter consultatie (zie hier). Ook deze richtsnoeren dienen meer duidelijkheid te bieden bij de onderbouwing van deze rechtvaardigingsgrond.

Heeft u vragen over het gerechtvaardigd belang als verwerkingsgrondslag? Neem dan gerust contact met ons op, wij helpen u graag verder.

Met dank aan Gijs van Berkel (student-stagiair).

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief